1.2 Tillen/verplaatsen
In crematoria hebben medewerkers te maken met fysiek belastende werkzaamheden zoals het verplaatsen van de kist, leeghalen van de oven, het dragen van rouwbloemwerk en horecawerkzaamheden.
1.2.1 Wettelijk kader
De Arbo-wet kent geen specifieke eisen voor het gewicht en de frequentie die een medewerker mag tillen. In ieder geval mag de last geen gevaar opleveren voor de veiligheid en of de gezondheid van de medewerker. Tillen en dragen moet worden opgenomen in de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en afhankelijk van het risico bestreden worden via een Plan van Aanpak. In een toelichting op het Arbobesluit wordt verwezen naar de NIOSH- methode om te berekenen wat het maximale tilgewicht is onder bepaalde omstandigheden. De maximale grens onder ideale omstandigheden ligt bij deze methode op 23 kilogram. De NIOSH-methode kijkt niet alleen naar het gewicht van het voorwerp, maar ook naar de omstandigheden waaronder het wordt verplaatst. Zoals de frequentie, de afstand van de verplaatsing, de hoogte tot de vloer en de draaiing van het lichaam. Op basis van deze gegevens berekent de NIOSH-methode het aanbevolen gewicht. Maximaal is dat 23 kilo, maar over het algemeen luidt de uitkomst maximaal 12 kg of zelfs nog veel minder. Het toepassen van de NIOSH-methode is wettelijk niet verplicht voor werkgevers, maar wordt wel door de Arbeidsinspectie gehanteerd.
1.2.2 Risico’s
Bij het tillen van zware voorwerpen bestaat de kans op beschadiging van de rugspieren, de bindweefselbanden rond de wervelkolom of de tussenwervelschijven. Hoe zwaarder de medewerker tilt, hoe groter de kans op beschadiging. Maar ook het tillen van lichte voorwerpen kan tot schade leiden, bijvoorbeeld door een verkeerde houding of door te vaak achter elkaar te tillen. Het is vooral het gewicht van de romp die als hefboom werkt en daardoor de belasting vormt bij het tillen van lichte voorwerpen. Rugklachten zijn de meest voorkomende oorzaak van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
1.2.3 oplossingen
Regels voor veilig tillen:
- buk en til niet onnodig, gebruik gezond verstand;
- maak gebruik van de beschikbaar gestelde hulpmiddelen;
- zorg dat hulpmiddelen zoals rolwagen en invoerwagen op elkaar aansluiten; laat groter rouwbloemwerk in delen aanleveren;
- bedenk vooraf hoe en waarheen de last wordt verplaatst, denk aan obstakels;
- schat vooraf het gewicht in; til niet te veel ineens; vraag eventueel collega’s om hulp;
- maak bij gezamenlijk tillen afspraken vooraf over commando’s en de plaatsen waar iedereen de handen zet;
- buk door heupen en knieën te buigen, til daarna door de heupen en knieën te strekken;
- til met twee handen zo dicht mogelijk bij het lichaam en niet hoger dan schouderhoogte;
- span rug- en buikspieren aan, buig de ellebogen en trek de bovenarmen tegen het lichaam aan;
- houd steeds de rug recht; verplaats de voeten tijdens draaien, draai nooit vanuit de rug;
- beweeg langzaam, ook tijdens lopen, gebruik stroeve schoenen voor grip;
- luister naar het lichaam, neem signalen serieus.