3.2 Arbeidstijden
De arbeidstijden worden, na overleg met de werknemer, vastgesteld door de werkgever en zo
spoedig mogelijk aan de werknemer medegedeeld. Het rooster wordt vastgesteld met
inachtneming van de normen van de Arbeidstijdenwet en de cao.
De werkgever kan uitsluitend met instemming van de werknemer die aan het werk is, een dienst
volgens rooster eerder beëindigen. De werkgever blijft alsdan gehouden de uren volgens rooster te
betalen.
Binnen een onderneming kunnen bepalingen betreffende arbeidstijd worden gehanteerd die afwijken van de bepalingen:
- tot 1 januari 2023: in artikel 3.3 lid b, c, d, h, k, l en m, artikel 3.4 lid a, b en c en artikel 3.5
- vanaf 1 januari 2023: in artikel 3.3 lid b, c, g, i, j en k, artikel 3.4 lid a, b en c en artikel 3.5
mits:
- deze zijn overeengekomen met de Ondernemingsraad, Personeelsvertegenwoordiging of individuele werknemer;
- deze niet strijdig zijn met bepalingen ter zake in de Arbeidstijdenwet;
- bij een overeenkomst met een personeelsvertegenwoordiging, de betreffende vertegenwoordiging adequate training ter zake heeft genoten of betreffende expertise aantoonbaar beschikbaar is;
- en bij een individuele afspraak met de medewerker deze schriftelijk is vastgesteld en de werknemer die afspraak zonder opgaven van redenen eenzijdig schriftelijk kan opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één kalendermaand.
De werknemer die reeds op 30 september 2014 in dienst was en op wie eerder de cao Uitvaartverzorging van toepassing was en op 30 september 2014 de leeftijd van 55 jaar had bereikt, behoudt het recht voor mogelijke vrijstelling van het werken op zondag.