36. Reiskosten
Wat is de vergoeding voor woon-werkverkeer?
Als een werknemer 10 kilometer of meer van het werk woont, ontvangt hij een vergoeding van € 0,19 per kilometer voor het aantal kilometers dat hij moet reizen met een maximum van 23 kilometer enkele reis op basis van ANWB kortste route. De 10 kilometer is een drempel en geen franchise. Dat betekent dat je als je 11 kilometer of meer van het werk woont, 11 x 2 x € 0,19 = € 4,18 ontvangt en niet zoals bij een franchise 1 x 2 x € 0,19 = € 0,38
Wordt de reiskostenvergoeding bij afwezigheid doorbetaald?
De tegemoetkoming voor woon-werkverkeer vervalt vanaf het moment dat de werknemer gedurende één kalendermaand of langer afwezig is per de eerste dag van de daarop volgende kalendermaand.
Hoe moet het woord afwezig worden geïnterpreteerd?
Richtinggevend voor wat in de cao is opgenomen, is de fiscale bepaling ten aanzien van het onbelast betalen van een vaste reiskostenvergoeding. De Belastingdienst heeft bepaald dat een werkgever de onbelaste vaste reiskostenvergoeding mag doorbetalen tijdens maximaal zes aaneensluitende weken waarin de werknemer afwezig is. Afwezigheid is te lezen als iedere vorm van niet-actief zijn, zoals ziekte, vakantie/verlof en vrijstelling van werkzaamheden. De cao bepaalt evenwel dat de vergoeding vervalt na één kalendermaand per de eerste dag van de daarop volgende kalendermaand. Dus in de voorliggende periode wordt wel doorbetaald. De werkgever heeft altijd de ruimte om in positieve zin af te wijken, binnen de fiscale regels. Bij vaststelling van een vaste maandelijkse vergoeding op basis van de richtlijn van de Belastingdienst, dus op basis van (naar rato) 214 dagen per jaar, is al rekening gehouden met vakantiedagen en wordt de vergoeding dus niet stopgezet bij vakantie.
Wat is de vergoeding voor een dienstreis (zakenreis)?
Als de werkgever de werknemer verzoekt om met de eigen auto een dienstreis te maken, dan wordt een vergoeding van € 0,29 per kilometer verstrekt, voor zover fiscaal toelaatbaar onbelast. In 2022 mag € 0,19 onbelast worden verstrekt. € 0,10 wordt dus belast. De fiscale regels veranderen uiteraard met enige regelmaat. Die worden echter niet in de cao opgenomen.
Wanneer is sprake van woon-werkverkeer en wanneer van een dienstreis?
Woon-werkverkeer is het maximaal één maal per dag heen en weer reizen van de woon- of verblijfplaats naar een vaste werkplaats of uitvalsbasis. Van een dienstreis is sprake als de werknemer van de woon-of verblijfplaats of vaste werkplaats of uitvalsbasis, naar bijvoorbeeld de familie, de kerk of het crematorium reist.
Als een dienstreis in plaats komt van het woon-werkverkeer, kan de werkgever de vergoeding voor niet gereden kilometers woon-werk in mindering brengen op vergoeding voor de dienstreis. In geen geval heeft de werknemer voor een reis aanspraak op zowel een vergoeding voor woonwerkverkeer als dienstreis.
Wat betekent de uitruilmogelijkheid?
Gegeven de fiscale mogelijkheden bieden werkgevers een zogeheten uitruilmogelijkheid tussen salaris en reiskostenvergoeding waarmee een fiscaal voordeel voor de werknemer kan worden gerealiseerd. Dit is uitsluitend mogelijk voor werknemers die nog fiscale ruimte in de reiskostenregeling woon-werkverkeer hebben en een hiertoe strekkend verzoek indienen. Die ruimte is er als een werknemer:
- geen reiskostenvergoeding krijgt als gevolg van de drempel (tot 10 km enkele reis);
- de maximale reiskostenvergoeding krijgt maar een reisafstand heeft die langer is dan het maximum (23 km enkele reis).
Het is fiscaal toegestaan om een deel van het bruto maandsalaris uit te ruilen tegen een hogere reiskostenvergoeding, mits binnen de fiscale grens voor reiskosten.
Als aan alle voorwaarden wordt voldaan krijgt de werknemer vervolgens een lager maandsalaris (belast), een hogere reiskostenvergoeding (onbelast) en per saldo een hoger netto inkomen.
Mag onbelast ontvangen:
(aantal reisdagen in de maand) x (kilometers enkele reis woon- werk x 2 x € 0,19)
MINUS:
Heeft feitelijk ontvangen:
(vaste maandelijkse vergoeding woon-werkverkeer)
VOORBEELD 1:
Mag onbelast ontvangen:
- 21 reisdagen
- 8 km enkele reis
- 19 cent per km
Heeft ontvangen:
Nihil (omdat 8 km beneden de drempel van 10 km is)
Persoonlijke fiscale ruimte voor deze maand = (21 x 8 x 2 x 0,19)
minus 0 =
€ 63,84
VOORBEELD 2:
Mag onbelast ontvangen:
- 21 reisdagen
- 40 km enkele reis
- 19 cent per km
Heeft ontvangen:
De maximale reiskostenvergoeding van 214 x 23 x 2 x 0,19 = € 1.870,36 op jaarbasis.
Op maandbasis is dit € 155,86
Persoonlijke fiscale ruimte = (21 x 40 x 2 x 0,19) = € 319,20
minus € 155,86 =
€ 163,34
Dus stel dat het bruto maandsalaris € 2.500,- bedraagt:
- In voorbeeld 1 wordt het bruto maandsalaris dan € 2.500,- minus € 63,84 = € 2.436,16 (belast) en wordt er een extra reiskostenvergoeding uitbetaald van € 63,84 (onbelast); het netto voordeel zit in het feit dat er over dat bedrag van € 63,84 geen inhoudingen worden gedaan.
- In voorbeeld 2 wordt het bruto maandsalaris dan € 2.500,- minus € 163,34 = € 2.336,66 (belast) en wordt er een extra reiskostenvergoeding uitbetaald van € 163,34 (onbelast); het netto voordeel zit in het feit dat er over dat bedrag van € 163,34 geen inhoudingen worden gedaan.