Ga door naar hoofdcontent
Informatie4.1 Biologische agentia

4.1 Biologische agentia

Biologische agentia is een verzamelnaam voor micro-organismen, zoals schimmels, bacteriën, parasieten en virussen. Biologische agentia kunnen schadelijk zijn voor de mens. Medewerkers werkzaam op crematoria kunnen in aanraking komen met deze bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Gezien de werkzaamheden op de crematoria is de kans daarop niet heel groot. Echter bij een besmetting kunnen infecties worden opgelopen en kan de medewerker ernstig ziek worden. In dit kader vormen virussen het grootste risico.

4.1.1 Wettelijk kader

Als onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet de werkgever de blootstelling aan biologische agentia nader (laten) beoordelen. De inventarisatie moet gericht zijn op de aard, de mate en de duur van de blootstelling van de medewerkers. Vervolgens worden maatregelen vastgesteld. De wet geeft aanwijzingen over maatregelen waarbij de arbeidshygiënische strategie voorop staat.

4.1.2 Risico’s

Algemeen

Van de genoemde hepatitis varianten en HIV geldt dat zij uren tot enkele dagen in het lichaam van een overledene kunnen overleven. Bekende, voorkomende biologische agentia bij werkzaamheden in crematoria:

Biologische agensverspreidt zich via kankans op besmetting bij
Hepatitis A virusfecaal-oraal contactwassen, aankleden
Hepatitis B en Cvirus bloed-bloed contactprik-, snij- of spataccident, spatten van besmet bloed
HIVbloed-bloed contactprik-, snij- of spataccident, spatten van besmet bloed

Hepatitis A

Hepatitis A virus is een virus dat overgedragen wordt via fecale – orale route. Bij het verschonen van kleding en bij de lichamelijke verzorging, die drager zijn van het hepatitis A virus, is besmetting mogelijk.

Hepatitis B

Hepatitis B virus is een virus dat overgedragen wordt via bloed – bloed contact. Besmetting met het hepatitis B virus kan via open wondjes waarbij de medewerker zelf ook wondjes heeft.

Hepatitis C

Hepatitis C virus is een virus dat hoofdzakelijk overgedragen wordt via bloed-bloedcontact. Besmetting kan via prikaccidenten of blootstelling aan geïnfecteerd bloed.

HIV

HIV is het virus dat aids veroorzaakt. Voor overdracht van HIV is contact nodig met een lichaamsvloeistof die het virus of geïnfecteerde cellen bevat. HIV is een afkorting van Humaan Immunodeficiëntie Virus. Het HIV breekt het afweersysteem af. Wanneer HIV het afweersysteem heeft verzwakt, krijgen bacteriën en virussen een kans om ziekten te veroorzaken.

4.1.3 Oplossingen

Uitgangspunten ter voorkoming van besmetting

Elke overledene moet als besmet worden beschouwd. De contactmomenten van medewerkers in de crematoria met de overledene zullen normaliter beperkt en kortdurend zijn dit beperkt het risico. De kans op besmetting van een medewerker ligt niet zozeer bij de eventuele ziekte van de overledene, maar vooral bij de werkwijze van de medewerker. Uitgangspunt is dat er geen forse manipulaties met het lichaam geschieden en dat het slechts om lichte correcties gaat als:

  1. lichaam iets verleggen, bij tillen < 23 kg
  2. mond opnieuw sluiten
  3. cosmetische handelingen

Maatregelen

  1. Veiligheidsmaatregelen dienen te worden afgestemd de mogelijke blootstellingsrisico’s.
  2. Strikte hygiënische maatregelen vormen de basis om besmetting te voorkomen door:
    • a. Het dragen van non-Latex- of Nitril-handschoenen
    • b. Eigen lichamelijke verzorging (gebruik van desinfecteermiddelen (zeep)), handen wassen na elk contactmoment

Vaccinatie

Daarnaast is vaccinatie een andere vorm van persoonlijke bescherming die voorkomt dat je ziek wordt. Of dit noodzakelijk is zal de RI&E uitsluitsel over moeten bieden. De werkgever is dan verplicht een dergelijke vaccinatie aan te bieden. Dit kan zowel ter voorkoming van hepatitis A als B.

Noot: zijn de contactmomenten risicovoller bv. verband wisselen/ kledingstukken vernieuwen. Dan dienen er andere beschermende maatregelen te worden genomen. Dan dienen maatregelen te worden genomen conform de Arbocatalogus van de Uitvaartzorg.