Ga door naar hoofdcontent
Informatie4.2 Stof en fijnstof

4.2 Stof en fijnstof

De chemische samenstelling en grootte van stofdeeltjes kan sterk verschillen, afhankelijk van de bron van de stofdeeltjes. Grote stofdeeltjes worden door de bovenste luchtwegen tegengehouden en zijn meestal minder schadelijk, tenzij het deeltje afkomt van een product of stof die zelf schadelijke eigenschappen heeft. Hoe kleiner de stofdeeltjes, hoe verder ze in de longen kunnen doordringen. Fijnstof bestaat uit kleine zwevende deeltjes (PM10, deeltjes<10um) in de lucht die een gevaar voor de gezondheid vormen. Fijnstof kan al in relatief lage concentraties klachten veroorzaken.

Het arbeidsrisico met stof en/of fijnstof voor medewerkers werkzaam in crematoria komt voornamelijk voor bij:

  • het schrapen en vegen van de oven en het verder verwerken van de as van de overledene;
  • het vervangen van vervuild additief in filtersystemen.

4.2.1 Wettelijk kader

Bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen en stof dienen de werkzaamheden nader beoordeeld te worden in het kader van de RI&E. Hierbij dient de blootstelling aan gevaarlijke stoffen van de medewerkers op de werkplek beoordeeld te worden. De beoordeling houdt in dat de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen vastgelegd wordt. De schatting van de blootstelling wordt gebaseerd op het uitvoeren van metingen en / of door middel van een onderbouwde schatting.

4.2.2 Risico’s

Fijnstof heeft bij inademing een schadelijk effect op de menselijke gezondheid, waarvan de mate afhangt van de samenstelling en de concentratie. Hart- en longziekten, acute en chronische bronchitis en astma kunnen ontstaan of verergeren door blootstelling. Voor bepaalde risicogroepen is de kans op schadelijkheid groter. Voorbeelden zijn carapatiënten, ouderen met hart- en vaatziekten,

Na een kortdurende piekblootstelling kunnen acute effecten optreden zoals:

  • hoesten;
  • benauwdheid; en
  • verergering van luchtwegklachten.

4.2.3. Oplossingen

Het gezondheidsrisico door blootstelling aan stof kan worden verminderd door een combinatie van maatregelen – volgens de arbeidshygiënische strategie- die gericht zijn op de wijze waarop wordt geschraapt, geveegd en met de as wordt gewerkt, de werkomgeving en de persoonlijke beschermingsmiddelen.

Medewerkers moeten zijn voorgelicht over:

  • de gevaaraspecten van de aanwezige stoffen;
  • de werkwijze
  • de werking en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.

Maatregelen:

  • Maak zoveel mogelijk gebruik van een industriestofzuiger met een adequaat filtersysteem;
  • bij gebruik van een normale stofzuiger dient er een zogenaamd asfilter tussen geplaatst te worden;
  • beperk het vegen, wordt er toch geveegd veroorzaak dan zo min mogelijk stof door rustige veegbewegingen;
  • breng waar met as wordt gewerkt – bv. het overdoen van de as in een andere bus c.q. een urn- adequate afzuiging aan.

Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen

  • bij deze werkzaamheden een fijnstofmasker type FF2, liefst met uitademventiel;
  • non-latex- of Nitrilhandschoenen;
  • beschermende kleding bijvoorbeeld een stofjas.

Het advies is de stof filtersystemen te laten vervangen door daarvoor gespecialiseerde bedrijven.