Ga door naar hoofdcontent
InformatieArbeidsongeschiktheid en vakantie

Arbeidsongeschiktheid en vakantie

Onderstaande informatie heeft geen betrekking op de oproepkracht. Het artikel in de CAO over vakantie is niet van toepassing op oproepkrachten.

Arbeidsongeschiktheid
De CAO kent ook bepalingen over het onderwerp vakantie voor de werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid. Een arbeidsongeschikte werknemer blijft bijvoorbeeld vakantiedagen opbouwen, zolang de werkgever verplicht is het loon van de werknemer door te betalen. De opbouw van de vakantiedagen geldt volgens de CAO voor zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen. Een arbeidsongeschikte werknemer kan vakantie opnemen en op vakantie gaan, maar moet dit wel voorleggen aan de werkgever. De werkgever kan vervolgens met de bedrijfsarts of Arboarts overleggen of een dergelijk vakantie het herstel van de werknemer niet in de weg staat. Werkt een vakantie niet nadelig voor het herstel van de werknemer, dan kunnen de vakantiedagen worden opgenomen en afgeschreven.

Een werknemer kan ook op vakantie gaan en tijdens de vakantie arbeidsongeschikt raken. Op het moment dat de werknemer tijdens zijn of haar vakantie arbeidsongeschikt raakt, is het belangrijk dat de werknemer zich aan betreffende voorschriften heeft gehouden en de werkgever meteen op de hoogte stelt van het voorval. Daar hoort ook nog het raadplegen van een arts bij en het overleggen van een medische verklaring over het karakter en de duur van de ziekte. In het uitzonderlijke geval dat een medische verklaring niet kan worden verkregen is een nota wegens geneeskundige behandeling, waar het karakter en de duur van de ziekte ook voldoende. Heeft de werknemer dit allemaal gedaan, dan behoudt de werknemer aanspraak op de gemiste vakantiedagen na het intreden van de arbeidsongeschiktheid. De werkgever beslist na overleg met de werknemer hoe vervangende vakantiedagen kunnen worden opgenomen.